Stadsrechten Blokzijl

Een van de nieuwste aanwinsten van ons archief: de stadsrechten van Blokzijl. Op mysterieuze wijze was de oorkonde uit 1672 verdwenen uit het archief van de Fortresse Blokzijl. Het Belasting & Douane Museum kocht het in jaren de '90 van de vorige eeuw op een veiling. In februari 2023 gaf het Belasting & Douane Museum de oorkonde terug aan Blokzijl.

Stadsrechten blokzijl png

In het jaar 1672, ook wel het Rampjaar genoemd, vielen Frankrijk, Engeland en de bisschoppen van Münster en Keulen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnen. Blokzijl wist na een bezetting van bijna 2 maanden het leger van de bisschop van Münster als eerste plaats in Overijssel te verdrijven. Als dank voor hun dappere optreden tegen deze troepen verleende prins Willem III stadsrechten aan Blokzijl. Helaas waren de stadsrechten maar van korte duur. De drost van Vollenhove zag zijn macht ingeperkt worden en protesteerde. Ook de Staten van Overijssel, die als soevereinen van Overijssel golden, wilden de rechten niet bevestigen. In 1675 werden de stadsrechten weer ingetrokken en viel Blokzijl weer onder het schoutambt Vollenhove. 

De oorkonde is op mysterieuze wijze uit het archief van de Fortresse Blokzijl verdwenen. In de jaren '90 dook het ineens op, op een veiling. Het Belasting & Douane Museum te Rotterdam kocht de oorkonde. Na zorgvuldig onderzoek besloot het Belasting & Douane Museum het document terug te geven aan Blokzijl. De stadsrechten zijn weer op de plek waar ze thuishoren! Bekijk de stadsrechten (jpg, 403 kB)

Transcriptie

Wilhelm Henrick bij der gratien Godes, Prince van Orange ende Nassau, 
Grave van Catzenellebogen, Vianden, Dietz, Lingen, Moeurs ,Buijren, Leerdam ect. Marquis van der Veere ende Vlissingen, Heere ende Baron 
Van Breda, der Stadt Grave en Lande van Cuijck, Diest, Grimbergen, Herstal, Cranendonck, Warneston, Arlaij, Noseroy, St. Vijt, Daesbrugh 
Polanen, Willemstadt, Nijervaert, Isselsteijn, St. Maertensdijck, Steenbergen, Geertruijdenbergh, de Hooge ende Lage Swaluwen, Naeldwijck etc. 
Erf Burggrave van Antwerpen ende Besançon, Erf Marschalk van Hollandt, Gouverneur ende Stadthouder van Hollandt, Zeelandt 
ende Westvrieslandt, Capitain generael en Admirael der Vereenigde Nederlanden. 

Allen den genen die dese jegenwoordige onse opene brieven sullen zien, hooren lesen, ofte werden vertoont, Saluijt, doen te weten, dat wij aendachtelijck 
hebbende geleth op de supplicatie aen Ons gedaen bij Burgemeesteren ende Regeerders van de Schanse van Blockzijl, mitsgaders op de missive op het subject van dien, aen ons geaddresseert door de heeren Gecommitteerden Raden 
vande edele Groot Mogende Heeren Staten van Hollandt ende Westvrieslandt in Westvrieslandt ende het Noorderquartier. Ende rijpelijck overwogen hoe veel de gemeene zake gelegen is aen de conservatie ende goede regeringe van dien. Oock 
wel geconsidereert den goeden ijver die de supplianten en hare voorzaten van allen tijden, ende noch onlangs in ’t expelleren van den vijand en reduceren der voornoemde schanse onder de gehoorsaemheijt van desen Staet. Ons ende het 
gemeene Vaderlandt hebben betoont ende bewesen. Ende genegen zijnde ter bede van de Supplianten ons deselve meer en meer te encourageren ende in meer andere diergelijcken ijver te ontsteeken. Hebben wij deselve geconsen- 
teert vergunt ende geoctroijeert, gelijck wij aen de selve consenteren, vergunnen ende octroijeren bij desen. Eerstelijck ene generale confirmatie van alle en ijder der rechten ordonantien ende privilegien, so rakende de administratie 
van de Justitie, als policije, soo als hun voormaels zijn geconcedeert, toegestaen ende uitgegeven; Ende wel specialijck hebben Wij gerenoveert geapprobeert ende geconfirmeert het privilegie van den 18 Januarij 1590, rakende het oprichten 
van een wage; item het privilegie van den 18en februarij van den selven Jare, ordonnerende het jaerlijx verkiesen en aenstellen van drije Gedeputeerdens of Burgemeesteren en hare functien omtrent die policije ende specialijcken het 
het Zegel, maten en gewichten, mitsgaders den prijs van ’t broodt; Noch het privilegie van den 23 Julij 1593 daer bij de Supplianten geconsenteert is het genieten van drije ende een halve stuijver op ijder praem met turf, varende door 
de Zijl, alsmede het heffen van vijftien stuijvers op elke tonne bier binnen de schanse ende den bedrijve van dien geconstumeert werdende, boven d’ordinaris impost, mitsgaders acht penningen op ijder ledige praem ten behoeve van den 
Armen. Gelijck mede het privilegie van den 6en Martij 1620 daar bij de nominatie tot de verkiesinge van eenen schouteth werdt gestelt aen de Burgemeesteren: Gelijck alle de voorszegde privilegien in de voorgeallegeerde jaren 
aen de Supplianten door Wijlen Hoogloff[ende]r memorie den heere Mauritz Prince van Orange etcetera sijn vergunt ende geocttroijeert geweest; Willende ende begerende dat allen ende ijder der voorszegde [lo]ffelijcke privilegien sullen 
kracht ende effect hebben. Ende op dat alle Neringen, hanteringen, coopmansschap ende scheepsvaert tot Blockzijl te beter floreren ende de burgerije in de meeste vrede en eenigheijt soude mogen blijven geconserveert, hebben Wij 
deselve mede geconsenteert, vergunt ende geoctroijeert, consenteren, vergunnen en octoijeren bij desen om aen Ons over te brengen als nu voor d’eerste mael en soo voorts van Jaer tot Jaer, acht bequame mannen ons daer uijt. Vier bij ons 
gekosen en aengestelt te werden tot schepenen, ten eijnde deselve nevens de drij Burgemeesteren sullen wesen rechteren over alle zaken van Justitie aldaer mitsgaders in den bedrijve of onderhoorige landt van dien voorvallende, 
en zorge dragen dat binnen de voors[chreven] Schanse goede ordre en polisije werde gehouden. Sullende haer tot dien eijnde toegevoeght werden eenen secretaris of gerecht-schrijver, alles op de wijse soo ende gelijck men gewoon is ende practiseert 
inde steden van het voor[schreven] Noorderquartier. Dit is onse meeninge en verstant dat de voors[chreven] Burgemeesteren en Schepenen sullen vermogen de plano af te doen alle questien niet excederende de somme van vijftich 
guldens en dat men van de sententien bij Burgemeesteren en Schepenen gewesen niet anders sal mogen appelleren, als aen den Hove van Hollandt ende Westvrieslandt, behoudelijck namptisatie, voor soo veel de sententie 
niet importeert boven de voors[egde] vijftich guldens. Gelijck dan oock tot dien eijnde in ’t beleijt van de processen sal gevolght werden de Instructie van den Hove van Hollandt. Dit alles provisionelijck ende tot ons weder- 
zeggens toe ende op dat niemandt hier af ignorantie magh pretenderen, sal men daar van de publicatie doen, daer men sulx is gewoon. Gedaen in ’t leger bij Bodegrave den 19en october 1672. 

Prince d’orange

Ter ordonnantie van S[ijn] Hoogheijt
C. Huijgens