Veelgestelde vragen over gladheidbestrijding
Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen over gladheidbestrijding.
Het is belangrijk dat de trottoirs goed begaanbaar zijn. Vooral voor mensen die slecht ter been zijn. Wij vragen dan ook om trottoirs bij uw woning of bedrijf zelf begaanbaar te houden. Met elkaar kunnen we ervoor zorgen dat gladheid zo snel mogelijk bestreden wordt.
Wat kunt u doen bij gladheid op het trottoir? Enkele tips:
- Bij sneeuw kunt u beter eerst vegen en daarna - zonodig - strooien
- Veeg de sneeuw naar een plek waar niemand er last van heeft.
- Veeg de sneeuw niet in goten en rioolputten.
- Denk aan het milieu: gebruik strooizout in beperkte mate.
- Strooi zand om een dikke ijslaag begaanbaar te maken.
- Strooi vooral op plekken waarover gelopen of gereden wordt.
Het is belangrijk dat de wegen vrij zijn van obstakels (geparkeerde auto's) zodat de strooiauto's een onbelemmerde doorgang hebben. Geef strooiauto's dus ruim baan!
Als volgens de weersverwachting en de lokale omstandigheden in ons gebied gladheid wordt verwacht, dan strooien wij preventief nat zout. Dus in principe voordat het glad wordt. Dat geldt ook bij sneeuw- en ijzelverwachting.
In principe wel. Tenzij de situatie in de wijken dusdanig is dat het gevaarlijk is om met de vuilnisauto's de straat in te gaan. In dat geval zullen de gemeente en ROVA via hun websites communiceren over alternatieve aanbiedlocaties voor huishoudelijk afval.
De provincie en de gemeente zijn ieder verantwoordelijk voor hun eigen strooibeleid. Dit beleid wordt jaarlijks geevalueerd en zoveel mogelijk op elkaar afgestemd.
De gemeente zet acht strooivoertuigen in op evenzoveel vastgestelde strooiroutes en strooit preventief met natzoutstrooiers. Bij matige en zware sneeuwval worden de strooivoertuigen voorzien van sneeuwploegen ingezet. Bij extreme omstandigheden huren we hiervoor extra capaciteit in.
De meest actuele routes die de gemeente strooit in fase 1 en fase 2 van de gladheidbestrijding zijn weergegeven in verschillende kaarten. Op de pagina gladheidbestrijding zijn de routes te bekijken.
Alleen bij langdurige gladheid wordt er in woonwijken gestrooid.
De gemeente strooit niet op particuliere (bedrijven)terreinen. Voor de inzet van strooivoertuigen gelden wetten en normeringen, zoals de arbeidstijdenwet, wet werk- en rusttijden en de regeling gladheidbestrijding. De lengte van de routes zijn hierop afgestemd en hebben de hoogste prioriteit. Particulieren kunnen gladheidbestrijding in opdracht geven aan aannemers of loonbedrijven die deze diensten ook aanbieden.
In de eerste fase worden het politiebureau, de brandweerkazernes, scholen, huisartsen, busroutes en verzorgingscentra meegenomen. Als de strooileider besluit tot gladheidbestrijding in de woonwijken over te gaan, dan worden straten met bijzondere of openbare gebouwen het eerst gestrooid/geschoven. U kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld bejaardenwoningen en dorpshuizen.